icon

Het stedelijk ontwikkelingsproject

Indien een gewenste ruimtelijke ontwikkeling niet past binnen het bestemmingsplan, kan het college van burgemeesters en wethouders daar alsnog medewerking aan verlenen door een omgevingsvergunning te verlenen met toepassing van de kruimelgevallenregeling (artikel 2.12, lid 1 onder a, sub 2 Wabo jo. Bijlage II, artikel 4 Besluit omgevingsrecht (Bor)). Inzien zo’n ruimtelijke ontwikkeling

  1. valt onder artikel 4, aanhef en onderdeel 9 en/of onderdeel 11 van bijlage II bij het Bor, en
  2. het project tevens een stedelijk ontwikkelingsproject is als bedoeld categorie D.11.2 van de bijlage van het Besluit mer

is de kruimelgevallenregeling echter niet van toepassing.

In een uitspraak uit 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:694) heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) een (standaard) beoordelingskader voor de kwalificatie van stedelijke ontwikkelingsprojecten gegeven. De Afdeling stelt voorop dat het begrip “stedelijk ontwikkelingsproject” ruimte voor interpretatie laat. Of er sprake is van een stedelijk ontwikkelingsproject hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Onder meer aspecten als de aard en de omvang van de voorziene wijziging van de stedelijke ontwikkeling spelen een rol. Het is in ieder geval niet relevant of per saldo aanzienlijke negatieve gevolgen voor het milieu kunnen ontstaan. Dit is een behoorlijk open geformuleerd beoordelingskader, hetgeen heeft geleid tot nogal casuïstische jurisprudentie.

In de recente uitspraak van 29 juli 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1832) heeft de Afdeling geoordeeld over de vraag of sprake was van een stedelijk ontwikkelingsproject.

Ambacht B.V. heeft als huurder van een perceel een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een evenementenhal in een gedeelte van het pand op het perceel. Het bouwplan is in strijd met het vigerende bestemmingsplan, omdat de bestemming “Bedrijventerrein” het gebruik van het pand voor het organiseren en houden van evenementen niet toestaat. Het college van burgemeesters en wethouders van Oisterwijk heeft de gevraagde omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en strijdig gebruik bij besluit van 24 oktober 2017 verleend met toepassing de kruimelgevallenregeling. Omwonenden waren niet blij met de verleende omgevingsvergunning vanwege de overlast van de evenementenhal die zij verwachtten te ervaren en hebben beroep ingesteld bij de Afdeling.

Eén van de argumenten van de omwonenden was dat sprake is van een stedelijk ontwikkelingsproject als bedoeld in categorie D 11.2, kolom I, van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage (hierna: het Besluit mer). Daardoor zou de kruimelgevallenregeling niet kunnen worden toegepast en had de omgevingsvergunning niet (op deze wijze) verleend kunnen worden. Volgens hen was hiervan sprake vanwege de aard en de omvang van het project. Anders dan de andere bedrijven op het terrein, zou de evenementenhal in de avonden en weekenden overlast veroorzaken, aldus de omwonenden. Bovendien, zo voeren zij aan, ontvangen de andere bedrijven op het bedrijverterrein lang niet zoveel bezoekers als bij een evenementenhal te verwachten is.

De Afdeling concludeert in deze uitspraak dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat het college de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen met toepassing van de kruimelgevallenregeling. Het feit dat het gebruik van het perceel door de realisering van het project verandert, betekent volgens de Afdeling niet dat de wijziging van het gebruik aangemerkt dient te worden als een stedelijke ontwikkeling. Daarbij is van belang dat de functiewijziging niet gepaard gaat met een uitbreiding van bebouwing op het perceel, dat het perceel rondom het gebouw al in gebruik is als parkeerplaats en dat dit gebruik niet zal wijzigen. Daarbij komt dat het niet aannemelijk is dat de wijziging van het gebruik een dusdanig andere verkeersaantrekkende werking heeft dat daarmee milieugevolgen gepaard gaan die ertoe moeten leiden dat de ontwikkeling aangemerkt dient te worden als een stedelijk ontwikkelingsproject. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat het project gelegen is aan de rand van een bedrijventerrein in een gebied met een gemengd karakter en waar op grond van het bestemmingsplan al bedrijvigheid is toegestaan in de vorm van bedrijven tot en met milieucategorie 3.2. Volgens de Afdeling verschilt het beoogde gebruik als evenementenhal in planologisch opzicht niet zodanig van het op grond van het bestemmingsplan toegestane gebruik, welk gebruik ook bezoekers kan aantrekken zij het gedurende andere openingstijden, dat om die reden sprake is van een stedelijk ontwikkelingsproject.

Voor toepassing van de kruimelgevallenregeling kan de vraag of sprake is van een stedelijk ontwikkelingsproject dus zeer relevant zijn. Het begrip “stedelijk ontwikkelingsproject” laat ruimte voor interpretatie en is sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval. De Afdeling geeft ons met deze uitspraak weer meer inzicht in de beoordeling. Overigens werden ook de andere argumenten van de omwonenden ongegrond verklaard; de verleende omgevingsvergunning zal dus in stand blijven.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Het stedelijk ontwikkelingsproject

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief