icon

Nederlandse wetgever mag niet bepalen wat een redelijke termijn voor aansluiting is

Op 2 september 2021 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een uitspraak gedaan over de onafhankelijkheid van de Duitse energietoezichthouder, de Bundesnetzagentur. De equivalent daarvan in Nederland is de Autoriteit Consument en Markt (ACM). In de uitspraak van het Hof van Justitie EU werd onder andere geoordeeld dat niet de nationale wetgever maar de energietoezichthouder bevoegd was nadere regels vast te stellen over netaansluiting en tarieven. De ACM heeft hieruit geconcludeerd dat de regel uit artikel 23 Elektriciteitswet (E-wet) dat een aansluiting op het elektriciteitsnetwerk moet worden gerealiseerd binnen 18 weken niet door de wetgever had mogen worden vastgesteld.

Intrekken boetebesluiten aan netbeheerders

De ACM houdt onder andere toezicht op de netbeheerders en energieleveranciers. Een partij die een geschil met een netbeheerder heeft over de uitvoering van diens taken en bevoegdheden zoals in de Elektriciteitswet 1998 omschreven, kan dit geschil ter beoordeling voorleggen aan de ACM. Een veel geziene klacht over netbeheerders is dat zij niet binnen een redelijke termijn aansluiten. Deze redelijke termijn was dus volgens de E-wet voor aansluitingen tot 10 MV 18 weken. Op basis van die regel heeft de ACM in meerdere gevallen geoordeeld dat netbeheerders te laat hebben aangesloten. Daarvoor zijn door de ACM boetes opgelegd, bijvoorbeeld aan netbeheerder Liander die het snellaadstation van Fastned te laat had aangesloten. De uitspraak van het Hof van Justitie EU heeft er toe geleid dat de ACM op 2 december 2021 dat boetebesluit heeft ingetrokken.

In strijd met Europees recht

In de uitspraak van het Hof van Justitie EU is te lezen dat de Duitse wetgever in strijd heeft gehandeld met de Europese richtlijn betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit door zelf regels met betrekking tot aansluitingen op het net en tarieven vast te stellen. Deze taak ligt volgens artikel 37 van de richtlijn bij de nationale regulerende instanties, de zogenoemde NRI’s. In dit artikel wordt in lid 6 bijvoorbeeld bepaald dat de methode voor toegang tot nationale netten zal moeten worden bepaald door deze NRI’s die daartoe de exclusieve bevoegdheid hebben.

Gevolgen voor aansluitplicht van netbeheerders in Nederland

De ACM heeft geconcludeerd dat daarmee ook de 18 weken termijn die in Nederland geldt van tafel is. Deze 18 weken termijn werd door netbeheerders – bijvoorbeeld vanwege drukte en onvoldoende gekwalificeerd personeel – al heel vaak niet gehaald. Het schrappen van deze termijn zal dan ook voorlopig leiden tot minder geschilprocedures bij de ACM. Dit betekent niet dat netbeheerders nu alle vrijheid hebben om zelf een termijn voor aansluiting te bepalen. De ACM hanteert vooralsnog wel de regel dat de aansluiting binnen een redelijke termijn moet worden aangelegd. Bij die beoordeling van een redelijke termijn zal de ACM wel alle omstandigheden meewegen en dus mogelijk ook drukte bij de netbeheerder. Wat een redelijke termijn concreet is, daarover gaat de ACM zich nu buigen. Geheel volgens Europese regelgeving zal uiteindelijk de ACM deze concrete termijn vaststellen, dit zal naar verwachting een langere termijn zijn dan de tot voor kort geldende 18 weken.


Renée van Exter is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied energietransitie.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Nederlandse wetgever mag niet bepalen wat een redelijke termijn voor aansluiting is

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief