icon

Non-conformiteit en de verhouding tussen de mededelingsplicht en de onderzoeksplicht

In zijn arrest van 16 december 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1870) heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de vraag wanneer bepaalde gebreken aan een afgeleverde zaak non-conformiteit opleveren en over de verhouding tussen de mededelingsplicht en de onderzoeksplicht ten aanzien van deze gebreken.

Juridisch kader

Artikel 7:17 BW gaat over non-conformiteit en luidt:

1.      De afgeleverde zaak moet aan de overeenkomst beantwoorden.

2.      Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien.

Bij de beoordeling van (non-)conformiteit in de zin van artikel 7:17 BW is van belang of de verkoper een mededelings- en/of onderzoeksplicht heeft geschonden en of de koper een onderzoeksplicht heeft verzaakt.

Volgens vaste jurisprudentie prevaleert de mededelingsplicht boven de onderzoeksplicht:

HR 10 april 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2629 (Offringa/Vinck & Van Rosberg): Het enkele feit dat de ene partij haar onderzoeksplicht naar bepaalde relevante gegevens verzaakt, sluit niet uit dat de andere partij ten aanzien van diezelfde gegevens een mededelingsplicht heeft.

Om te bepalen of een partij een mededelingsplicht heeft of er juist op mag vertrouwen dat de wederpartij onderzoek zal instellen en zo met de gegevens bekend zal worden, moeten de omstandigheden van het gegeven geval worden meegewogen. Daarbij weegt ook zwaar mee dat de onvoorzichtige koper moet worden beschermd. Het enkele feit dat een koper onvoorzichtig is, is geen vrijbrief voor de verkoper om te zwijgen.

HR 14 november 2008, ECLI:NL:HR:2008:BF0407 (Van Dalfsen/Gemeente Kampen): Het kan voorkomen dat gezien omstandigheden er een uitzondering wordt gemaakt op de hoofdregel dat een mededelingsplicht voorrang heeft op een onderzoeksplicht. Dit geldt in het bijzonder als er wél voorafgaande mededelingen over (eventuele) gebreken worden gedaan, gebreken zichtbaar zijn en als er een deskundige ingeschakeld is. Afwijking van de hoofdregel moet goed gemotiveerd worden.

Ondanks deze vaste jurisprudentie gaat het nog wel eens mis.

Feiten

In de zaak die leidde tot het arrest van 16 december 2022 ging het om de koop van een 100 jaar oud zeilschip. De koopovereenkomst bood de koper de mogelijkheid om het schip tussen de koop en de levering droog te leggen en te laten keuren. De koper heeft dat niet laten doen.

Een paar maanden vóór de verkoop zijn de verkopers geïnformeerd over een lek in het schip. De verkopers hebben dat lek niet gerepareerd en hebben de koper niets over het lek medegedeeld, terwijl zij in de overeenkomst wel instaan voor de volledigheid van de door hen verstrekte informatie.

Kort na de levering ontdekt de koper allerlei gebreken en een jaar later constateert een expert nog meer gebreken. De koper lijdt schade door de aanzienlijke herstelkosten en vordert schadevergoeding en vernietiging danwel ontbinding van de koopovereenkomst wegens dwaling of non-conformiteit.

Rechtbank en gerechtshof

De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen en het hof heeft het vonnis bekrachtigd. Volgens het hof leveren de gebreken die kort na de levering zijn geconstateerd geen non-conformiteit op, omdat (i) de gebreken van geringe omvang zijn (de herstelkosten waren € 13.000 en de verkopers hebben een bijdrage van € 10.000 aangeboden), (ii) de koper heeft het gebrek verholpen en (iii) na het herstel heeft de koper het hele seizoen met het schip gevaren.

Het hof laat in het midden of de gebreken die een jaar later zijn geconstateerd een normaal gebruik van het schip verhinderen en dus non-conformiteit opleveren, omdat de koper gelet op alle omstandigheden niet mocht verwachten dat deze gebreken afwezig zouden zijn. De koper heeft niet voldaan aan zijn onderzoeksplicht, terwijl hij die plicht wel had.

Volgens het hof blijkt ook niet dat de verkopers weet hadden van de tweede set gebreken. Maar zelfs al zouden ze dat hebben geweten en hadden ze dat moeten mededelen, dan ontslaat dat de koper niet van zijn onderzoeksplicht. Ook staat niet vast dat de koper anders zou hebben gehandeld als hij wel wist van de lekkages (en het feit dat het schip water maakte) vlak voor de verkoop.

Het hof weegt het feit dat de verkopers hebben verzwegen dat zij feitelijk een zinkend schip verkochten dus niet mee en laat in het midden of zij dat aan de koper hadden moeten mededelen.

Hoge Raad

De Hoge Raad volgt de conclusie van de A-G, vernietigt het arrest en verwijst naar de hiervoor behandelde vaste rechtspraak: de mededelingsplicht van de verkoper prevaleert boven de eventuele onderzoeksplicht van de koper.

De koper had volgens het contract het recht had om het schip tussen de koop en de levering te laten onderzoeken. De gebreken die hij dan zou constateren kon hij op kosten van de verkoper laten repareren. De A-G concludeert dat in het geval de koper dat onderzoek nalaat, dat in beginsel in de weg staat aan een beroep op non-conformiteit (dat het schip aldus niet de eigenschappen bezat die hij mocht verwachten), behalve wanneer de verkoper een mededelingsplicht had en deze schendt.

Dus ook als er in het contract afspraken zijn gemaakt over de onderzoeksplicht van de koper, geeft dat de verkoper nog niet het recht te zwijgen over het feit dat het schip bij het varen langzaam maar zeker zinkt. Wanneer de verkopers bewust bepaalde relevante informatie hebben achtergehouden kan de koper niet worden tegengeworpen dat hij niet heeft voldaan aan zijn onderzoeksplicht. Schending van de mededelingsplicht wordt niet opgeheven doordat de koper niet aan zijn onderzoeksplicht heeft voldaan.

De Hoge Raad houdt vast aan de hoofdregel: aan een koper, ook een onvoorzichtige koper kan in beginsel niet worden tegengeworpen dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de eigenschappen van het verkochte indien de verkoper een mededelingsplicht had maar heeft nagelaten deze mededelingen (de hem bekende feitelijke gegevens die relevant zijn voor de beantwoording van de vraag welke eigenschappen de koper met het oog op de beoogde bestemming van het gekochte mocht verwachten) te doen.

De rechter die oordeelt dat de goede trouw zich niet verzet tegen een beroep op schending van de onderzoeksplicht bij schending van de mededelingsplicht, heeft een verzwaarde motiveringsplicht. Deze regel beoogt juist de onvoorzichtige koper te beschermen. Het hof heeft die afwijking onvoldoende gemotiveerd.

Over het oordeel van het Hof dat de gebreken geen non-conformiteit opleveren concludeert de A-G (gevolgd door de Hoge Raad):  

  • van non-conformiteit is sprake bij ieder verschil tussen de afgeleverde zaak en de op de grond van de overeenkomst te verwachte zaak. Daarvoor is de omvang van het gebrek niet van belang. De omvang is wel van belang voor de vraag of het gebrek ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt.
  • Het gaat erom of de afgeleverde zaak aan de overeenkomst voldoet. Dat de gebreken inmiddels zijn verholpen is niet relevant
  • Ook het feit dat de koper na de reparatie het hele seizoen met het schip heeft gevaren is niet relevant, nu het een noodreparatie betrof waardoor tijdelijk kon worden gevaren.

Wieringa Advocaten is u graag van dienst

Heeft u schade door een gebrek in een afgeleverde zaak? Of hebt u vragen over non-conformiteit, de mededelingsplicht of de onderzoeksplicht? Neem gerust contact met ons op. Wieringa advocaten is u graag van dienst.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Non-conformiteit en de verhouding tussen de mededelingsplicht en de onderzoeksplicht

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief