icon

Hoge Raad: Deliveroo-bezorgers zijn werknemers

Eerder schreven wij al over het oordeel van de rechtbank dat de bezorgers van Deliveroo werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Dit oordeel is, na bekrachtiging door het hof, recent door de Hoge Raad in stand gelaten. De Hoge Raad tracht in het arrest ook de maatstaf voor de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst te verduidelijken.

Achtergrond

Deliveroo dreef in Nederland een digitaal platform waarop bij restaurants maaltijden konden worden besteld en betaald. De maaltijden werden vervolgens bezorgd vanaf de restaurants naar de klant. De bezorgers werkten, na aanvankelijk op basis van een arbeidsovereenkomst te hebben gewerkt, op basis van een overeenkomst die werd omschreven als opdrachtovereenkomst. De bezorgers konden op een naar hun gewenst moment inloggen in een app om bestellingen te ontvangen, waarbij zij zich onder voorwaarden konden laten vervangen om de bezorging te verrichten. Zij werden vervolgens per afgeleverde bestelling betaald.

De procedure

Al enkele jaren speelt de juridische strijd tussen de FNV en Deliveroo  In eerste aanleg en in hoger beroep is door de FNV geprocedeerd tegen Deliveroo over de vraag of de bezorgers werkzaam waren op basis van een arbeidsovereenkomst ex artikel 7:610 BW.  De rechtbank en het hof Amsterdam hebben beiden geoordeeld dat aan de vereisten van de arbeidsovereenkomst (arbeid, gezag en loon) is voldaan en dat de bezorgers dus als werknemers moesten worden aangemerkt. In cassatie voerde Deliveroo onder meer aan dat geen sprake kon zijn van een arbeidsovereenkomst, omdat de vrijheid van bezorgers om zich te laten vervangen en opdrachten te weigeren onverenigbaar is met het bestaan van een arbeidsovereenkomst.

De uitspraak

De Hoge Raad deed op 24 maart 2023 uitspraak. Bij de beoordeling van het middel herhaalt de Hoge Raad de tweetrapsraket die zij eerder in het Gemeente/X arrest heeft geformuleerd: Bij de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst moet (i) eerst door uitleg aan de hand van de Haviltexmaatstaf worden vastgesteld welke rechten en plichten partijen zijn overeengekomen en (ii) als deze rechten en plichten voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst, moet deze ook als zodanig worden aangemerkt. Daarbij wordt nogmaals benadrukt dat partijbedoeling ten aanzien van de kwalificatie geen rol speelt.

Vervolgens gaat de Hoge Raad in op de vraag wanneer een arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst. Dit hangt af van alle omstandigheden van het geval in onderling verband bezien, de welbekende holistische weging. Van belang kunnen zijn:

  • de aard en duur van de werkzaamheden;
  • de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald;
  • de inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht;
  • het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren;
  • de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen is tot stand gekomen;
  • de wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd;
  • de hoogte van deze beloningen, en de vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt;
  • of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt.

Hierbij hangt het gewicht dat toekomt aan een contractueel beding mede af van de mate waarin dat beding daadwerkelijk betekenis heeft voor de partij die de werkzaamheden verricht.

De Hoge Raad gebruikt bovenstaand kader om vervolgens de vraag te beantwoorden of het hof in dit geval terecht heeft geoordeeld dat sprake is van een arbeidsovereenkomst en oordeelt dat dit het geval is. Het feit dat de bezorgers de vrijheid hadden een opdracht wel of niet te aanvaarden en zich te laten vervangen is op zichzelf niet onverenigbaar met het bestaan van een arbeidsovereenkomst in het licht van de overige omstandigheden. De klachten van Deliveroo falen.

Gevolgen (rechts)praktijk

Hoewel de Hoge Raad een opsomming aan omstandigheden noemt die van belang kunnen zijn bij de beoordeling of een overeenkomst moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst, schept de Hoge Raad vanwege de huidige politieke aandacht aan het gezagsbegrip geen algemeen kader. De Hoge Raad laat expliciet ruimte aan de Nederlandse en Europese wetgever om het gezagsbegrip uit artikel 7:610 BW (wettelijk) te verduidelijken.

De Hoge Raad volgt wel de lijn uit rechtspraak en literatuur door organisatorische inbedding van het werk en de werkende te betrekken bij de omstandigheden die van belang kunnen zijn bij de beoordeling van de rechten en plichten. Als de politiek dit element overneemt, scherpt dit de grens tussen werknemer en zelfstandigen verder aan. Zelfstandigen die kernwerkzaamheden van een onderneming uitvoeren kunnen in de toekomst dan worden aangemerkt als werknemers in dienst van de onderneming, met als gevolg dat de wettelijke rechten en plichten uit BW 7 titel 10 ook gelden voor deze werkenden, of dit nu (bewust) beoogd is of niet.

Wij helpen u graag verder met kwalificatievragen

Hebt u vragen over het arrest van de Hoge Raad of een vraag over de kwalificatie van een overeenkomst? Wieringa Advocaten heeft een team van arbeidsrecht specialisten die u hier graag bij helpen. Neem gerust contact met ons op.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Hoge Raad: Deliveroo-bezorgers zijn werknemers

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief