Duits Constitutioneel Hof verklaart bewaarplicht ongrondwettig

Privacykwesties. U wilt er niet over lezen (want blogjes die hierover gaan scoren traditioneel het allerlaagst in de database die aan deze weblog hangt), maar ik blijf erover schrijven. Nederlanders hebben nu eenmaal niet zoveel met privacy. “Ik heb toch niets te verbergen?” is een veel gehoorde kreet. Niet voor niets kreeg “de burger” de Nederlandse Big Brother award van 2007 uitgereikt.

Bij Duitsers ligt dit kennelijk anders. Maar liefst 35.000 van hen hadden bij het Bundesverfassungsgericht (de speciale Duitse rechter die gaat over de grondwettigheid van ingevoerde regels) bezwaar gemaakt tegen een wet die het mogelijk maakte dat (verkeers)gegevens van telefoon-, e-mail en internetverbindingen van abonnees zes maanden bewaard konden blijven. Ook zonder dat sprake was van enige concrete verdenking ten opzichte van de abonnee. Het verzet had succes. Het constitutionele hof heeft vandaag uitgesproken dat de formulering van deze bewaarplicht in strijd is met de Duitse grondwet. De formulering moet nu worden aangepast, zodat in de wet waarborgen worden opgenomen voor bescherming van de privacy. Bovendien moeten alle inmiddels bewaarde gegevens onmiddellijk worden gewist.

De Duitse wet betrof de implementatie voor Duitsland van een Richtlijn van de Europese Unie. Die ligt als gevolg van deze uitspraak nu ook onder vuur. En dat terwijl de nieuwe Eurocommissaris voor justitie, Viviane Reding, net al had aangekondigdde betreffende Richtlijn nog eens goed naast het nieuwe Grondrechtenhandvestvan de Unie te willen leggen.

Uiteraard is dit alles koren op de molen van digitale privacywaakhond Bits of Freedom, die spreekt van een grensverleggende uitspraak “met grote gevolgen voor Nederland, waar dezelfde fouten als in Duitsland in nog hevigere mate zijn gemaakt.”
We gaan zien wat de effecten voor Nederland zullen zijn. Constitutioneel toetsen komt in ieder geval niet aan de orde, want daar doen we in deze eenheidsstaat niet aan.

Vragen?