icon

Wob-dwangsom niet zomaar afschaffen

Deze week werd het advies bekend dat de Raad voor de rechtspraak aan minister Plasterk heeft gegeven over diens voorstel de Wet dwangsom niet meer van toepassing te laten zijn op verzoeken krachtens de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Ik schreef een paar maanden geleden al over dat voorstel, dat vooral wordt ingegeven door het vele misbruik dat van de bestaande regeling wordt gemaakt. Ik gaf toen aan dat het kind niet met het badwater moest worden weggegooid. Zeker: het misbruik moet worden bestreden, maar een binnen een fatsoenlijke termijn reagerende overheid is ook veel waard. De prikkel van de dwangsom blijkt daarvoor heel goed te werken bij Wob verzoeken, waarvan de overgrote meerderheid nog altijd legitiem is.

De Raad voor de rechtspraak (spreekbuis, belangenbehartiger en adviesorgaan vanuit de rechterlijke macht) lijkt eenzelfde mening toegedaan. In het deze week gepubliceerde wetgevingsadvies adviseert de Raad de minister te kijken naar alternatieven voor afschaffing. De Raad vraagt daarbij aandacht voor de legitieme Wob gebuikers: mensen die duidelijkheid willen over een bepaalde situatie, kritische burgers. Ik voeg daar zelf aan toe: onderzoeksjournalisten, die sinds de dwangsombepaling aantoonbaar eerder antwoord krijgen op hun Wob-verzoeken.

Wat de inhoud van de alternatieven betreft doet de Raad een paar suggesties. Zo zou in de Wob kunnen worden opgenomen dat bij zeer omvangrijke verzoeken in overleg met de verzoeker een langere reactietermijn kan worden vastgesteld. Beroepsverzoekers kunnen dan minder makkelijk bereiken dat alleen al door de omvang van hun verzoek de termijn niet gehaald wordt. Ook zou een formulier kunnen worden voorgeschreven, zodat geen verkapte Wob-verzoeken meer kunnen worden gedaan. Beroepsverzoekers willen, zo schijnt het, nu nog wel eens een Wob-verzoek verstoppen in een offerte of een sollicitatiebrief.

De Raad merkt ook nog op dat de werkdruk voor de rechterlijke macht weliswaar zal afnemen door afname van de beroepen die louter gericht zijn op het verkrijgen van een dwangsom. Daar zal echter een toename tegenover staan van de zogenaamde rechtstreekse beroepen tegen het niet tijdig nemen van een beslissing, gebaseerd op afdeling8.2.4a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Die mogelijkheid bestaat nu ook al, maar hoeft minder vaak te worden toegepast omdat de overheid onder de dreiging van de dwangsom op tijd de informatie verstrekt.

Het is jammer dat de Raad, naast de genoemde op preventie gerichte alternatieven, niet ook gewezen heeft op meer repressief optreden tegen de beroepsverzoekers. Ik blijf in dat verband pleiten voor het opnemen van een anti-misbruik bepaling in de Wob, die het mogelijk maakt dat overheden de dwangsom in bepaalde gevallen niet uitkeren. Zie voor details het slot van mijn vorige bijdrage.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Wob-dwangsom niet zomaar afschaffen

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief