icon

Persoonlijke zekerheden – hoofdelijkheid

Naast de zakelijke zekerheden als het pandrecht en hypotheekrecht kent het Nederlandse recht ook andere rechten die strekken tot zekerheid. Te denken valt aan de zogeheten persoonlijke zekerheden, zoals hoofdelijkheid, borgtocht en de 403-verklaring. In deze blog wordt de hoofdelijkheid behandeld.

Hoofdelijkheid

Hoofdelijkheid levert geen voorrang op bij de verdeling van het vermogen van de schuldenaar. In plaats daarvan heeft het tot resultaat dat de schuldeiser zijn vordering niet alleen kan verhalen op het vermogen van zijn (ene) schuldenaar, maar ook op het vermogen van een ander, de andere hoofdelijk schuldenaar.

Als twee of meer personen zijn gehouden tot nakoming van dezelfde verbintenis (bijvoorbeeld het betalen van een geldsom), dan zijn zij in beginsel ieder voor gelijke delen verbonden (artikel 6:6 lid 1 BW). De schuldeiser kan in geval van twee schuldenaren (in beginsel) ieder dus maar voor de helft aanspreken. Dit is alleen anders als dat volgt uit gewoonte, de wet of een rechtshandeling. Zo kunnen de schuldeiser en de schuldenaren bijvoorbeeld overeenkomen dat de schuldenaren hoofdelijk verbonden zijn. In dat geval kan de schuldeiser zijn gehele vordering verhalen op ieder van zijn schuldenaren (artikel 6:7 lid 1 BW). Als één hoofdelijk schuldenaar door de schuldeiser voor het geheel wordt aangesproken, kan deze schuldenaar wel het deel van de schuld dat de andere hoofdelijk schuldenaar aangaat verhalen op die andere schuldenaar (artikel 6:10 BW).

Zeker indien één (of meer) van de schuldenaren failliet gaat of anderszins niet aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen, is hoofdelijkheid een belangrijk instrument voor de schuldeiser.

Bescherming echtgenoot

Degene die zich als hoofdelijk medeschuldenaar verbindt voor de schuld van een ander, heeft daarvoor de toestemming nodig van zijn echtgenoot (artikel 1:88 lid 1 aanhef en onder c BW). Er is echter geen toestemming van de echtegenoot vereist voorzover de persoon die zich tot hoofdelijkheid schuldenaar verbindt voor de schuld van een ander, dat doet in de normale uitoefening van een beroep of bedrijf. Ook is geen toestemming vereist als de persoon die zich tot hoofdelijkheid schuldenaar verbindt voor de schuld van een ander, bestuurder is van een NV of een BV en alleen of met zijn medebestuurder de meerderheid van de aandelen houdt, voor zover zulke handelingen worden vericht ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf van die NV of BV (artikel 1:88 lid 5 BW).

Deze bescherming is niet zonder reden. Als een persoon zich als hoofdelijk schuldenaar verbindt voor de schuld van een ander, kan de schuldeiser zijn vordering direct op hem verhalen. Het is dus niet nodig dat degene voor wie de schuld wordt aangegaan eerst wordt aangesproken. Bovendien is het geen uitzondering dat personen zich lichtvaardig en zonder enige tegenprestatie als hoofdelijk schuldenaar verbinden, in de verwachting dat de andere hoofdelijk schuldenaar wel tijdig aan zijn verplichtingen zal voldoen. Anderzijds zijn hoofdelijkheid en andere (persoonlijke) zekerheden wel belangrijke instrumenten voor de financieringspraktijk.

Wordt u geconfronteerd met een financier die van u verlangt dat u of een ander zich verbindt tot hoofdelijk medeschuldenaar, of wenst u financiering te verstrekken, maar dan wel tegen de juiste zekerheden, neem dan gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.

Deze blog is onderdeel van de Serie zekerheidsrechten.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Persoonlijke zekerheden – hoofdelijkheid

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief