Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
In theorie zou het vanaf 8 oktober jl. mogelijk moeten zijn om een Europese Vennootschap (EV) op te richten. Dertig jaar geleden heeft de Europese Commissie voor het eerst een dergelijke vennootschap voorgesteld. In 2001 kwam het ook daadwerkelijk tot een Verordening, die dit mogelijk maakt. Echter, slechts België, Oostenrijk, Denemarken, Zweden, Finland en Ijsland hebben tot nu toe de Verordening geïmplementeerd in hun eigen wetgeving, een noodzakelijke voorwaarde. Zonder erkenning van de EV in de nationale wetgeving, heeft de EV geen bestaansrecht. Het wachten is dus op de overige 22 lidstaten.
Wat is nu een Europese Vennootschap? Een dergelijke vennootschap wordt opgericht onder Europees recht, en is onderworpen aan Europeesrechtelijke vennootschapswetgeving. Een EV kan daardoor in de gehele EU opereren, zonder onderhevig te zijn aan verschillende nationale wetten en regels. De bedoeling is om het ondernemingen gemakkelijker en goedkoper te maken om hun activiteiten binnen de EU uit te breiden. Het zou dan niet meer nodig zijn om in de verschillende landen separate vennootschappen op te richten, naar nationaal recht (bijvoorbeeld een NV in Nederland, en een AG in Duitsland). De Nederlandse equivalent van de EV is de NV.De EV kan hetzij “nieuw” worden opgericht als holdingmaatschappij, hetzij door fusie van bestaande vennootschappen uit (minstens) twee verschillende lidstaten, hetzij door omzetting van een bestaande, nationale, vennootschap.Nederland heeft in 2003 een wetsvoorstel gepresenteerd om de Verordening te implementeren. Dit wetsvoorstel ligt per vandaag voor behandeling bij de Eerste Kamer.
Gelijktijdig met de Verordening voor de Europese Vennootschap, is een aanvullende Verordening opgesteld om de rechten van werknemers veilig te stellen bij de oprichting van een EV. Deze Verordening bepaalt dat, als het voornemen bestaat om een EV op te richten, de ondernemer hierover met de werknemers in overleg moet treden. Uit dit overleg moet een overeenkomst volgen, waarin de werknemers hun rechten veilig stellen. Ook dit wetsvoorstel is zojuist neergelegd bij de Eerste Kamer.
Afwachten is dan ook het devies. Maar omdat er al zo'n 30 jaar gewacht wordt, kan men zich afvragen wat het nut van een EV is. Kennelijk is er nog weinig animo om een EV in de praktijk te brengen. Maar mocht de EV uiteindelijk op grote schaal worden ingevoerd, dan zou dit wel weer kunnen bijdragen aan de harmonisatie van de verschillende nationale stelsels.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.