icon

De architect en welstand

De vraag is meer dan eens aan arbiters of rechters voorgelegd: treft de architect een verwijt indien een door hem vervaardigd ontwerp niet kan worden vergund omdat hierop een negatief welstandsadvies is gegeven. Ik schreef in eerdere bijdragen al over de DNR 2005 en de mogelijke aansprakelijkheid van de architect. Uitgangspunt van de DNR 2005 is dat de architect rekening houdt met alle voor de opdracht van belang zijnde toepasselijke publiekrechtelijke regelingen. De voorschriften inzake de welstand vallen daaronder.

Uit uitspraken van het Arbitrage Instituut Bouwkunst, die onder toepassing van de DNR 2005 wat dit betreft hun belang blijven behouden, is de volgende rode draad te distilleren: uitsluitend indien expliciet anderszins is bedongen heeft de architect geen resultaatsverplichting terzake van het verkrijgen van een bouwvergunning. Het feit dat een bouwvergunning niet verleend wordt, is op zich niet voldoende om aan te nemen dat de architect tekort is gekomen in de nakoming van de op hem rustende verplichtingen. Bovendien is het zo dat indien een bouwvergunning niet kan worden verleend wegens strijdigheid met de redelijke eisen van welstand, de architect eerst in de gelegenheid moet worden gesteld het ontwerp aan te passen teneinde het welstandsbezwaar weg te nemen. Voor de vraag of de architect een toerekenbare tekortkoming kan worden verweten is doorslaggevend of het voorzienbaar was dat er problemen op het gebied van welstand zouden ontstaan. Voorzienbaarheid en welstandscommissie gaan doorgaans niet echt hand in hand, zodat de architect zich in veel gevallen zal kunnen disculperen.

De Welstandsnota die sedert 1 juli 2004 gemeengoed is geworden, beoogt daar echter verandering in te brengen. Met de invoering van deze nota wordt getracht door het opnemen van criteria waaraan de welstandstoetsing dient plaats te vinden meer rechtszekerheid en voorspelbaarheid in het leven te roepen. Dit blijkt in veel gevallen een schijnzekerheid te zijn omdat er toch vaak erg veel beoordelingsvrijheid overblijft, tengevolge waarvan het sterk afhankelijk is van de bemensing van de commissie die over een plan oordeelt, hoe het oordeel over een plan uitvalt. Desondanks verwacht ik dat in een eventueel debat voor arbiters de welstandsnota een rol zal kunnen spelen. Het kan een van de factoren zijn aan de hand waarvan wordt vastgesteld in hoeverre het negatieve welstandsoordeel voorzienbaar was, en daarmee of de architect een verwijt treft.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
De architect en welstand

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief