Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Deze week heeft Minister Hirsch Ballin van Justitie een wetsvoorstel gepresenteerd waardoor Nederlandse vennootschappen straks kunnen fuseren met buitenlandse vennootschappen.
Nu staan de kranten dagelijks bol van grote internationale “fusies”, dus de vraag is wat dit wetsvoorstel voor nieuws brengt. Daarvoor moet een onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende soorten fusies.
Zo is er de “bedrijfsfusie”, waarbij de ene onderneming het bedrijf van de andere overneemt. Bij deze fusie worden alle activa en passiva afzonderlijk overgedragen, wat een complex van transacties met zich brengt. Dit is ook meteen het grootste bezwaar tegen deze fusiemethode.Een andere methode is de “aandelenfusie”. In dat geval worden de aandelen van de ene vennootschap overgenomen door een andere vennootschap. Voordeel hiervan is dat alleen een koopcontract voor de aandelen nodig is.De meest vergaande fusie is de “juridische fusie”, waarbij de betrokken ondernemingen volledig samensmelten en een nieuwe onderneming ontstaat – en over deze fusie gaat het wetsvoorstel.
Het Nederlandse Burgerlijk Wetboek staat alleen juridische fusies toe tussen rechtspersonen met dezelfde rechtsvorm. Stichtingen kunnen dus fuseren met stichtingen, en BV’s met BV’s, maar combinaties zijn niet mogelijk. Laat staan dat een Engelse Limited kan fuseren met een Nederlandse stichting. Tot nog toe kon dit probleem alleen worden opgelost door éérst de ene rechtspersoon om te zetten in een zelfde soort rechtspersoon als de andere, en dán te fuseren.
In het kader van de harmonisatie van het Europese vennootschapsrecht is in 2005 een richtlijn totstandgekomen die fusies binnen de EU mogelijk moet maken. Deze richtlijn moet door alle lidstaten worden omgezet in nationale wetgeving; reden waarom de Minister het wetsvoorstel presenteert.De richtlijn beperkt zich tot fusies tussen gelijksoortige kapitaalvennootschappen. Dus een Nederlandse BV kan fuseren met een Duitse GmbH, maar niet met een AG. Wel biedt de richtlijn de mogelijkheid om het geldingsbereik uit te breiden naar andere rechtspersonen dan vennootschappen, zoals de stichting, maar nog geen van de Europese lidstaten heeft hiervan gebruik gemaakt. Ook Nederland beperkt zich in het wetsvoorstel tot de NV en de BV. Zij het met één beperkte uitbreiding: een Europese coöperatieve vennootschap met zetel in Nederland kan straks fuseren met een coöperatie uit een andere EU-lidstaat.
De procedure om de fusie tot stand te brengen, lijkt sterk op de bestaande procedure voor “nationale” fusies. Zo moet het voorstel tot de fusie aan bepaalde inhoudelijke eisen voldoen, waarna het voorstel openbaar gemaakt moet worden zodat belanghebbenden (aandeelhouders en ondernemingsraad) zonodig bezwaar kunnen maken.
Een belangrijk nieuw punt is de regeling van de medezeggenschap van werknemers. Bij de totstandkoming van de Europese richtlijn was dit het belangrijkste breekpunt voor het Europese Parlement, waardoor het ook ruim 20 jaar heeft geduurd voordat de richtlijn erdoor was. Het uiteindelijke – ingewikkelde – compromis luidt nu kortweg als volgt: indien tenminste één van de fuserende vennootschappen is onderworpen aan medezeggenschapsrecht, maar het resultaat van de fusie is gevestigd in een lidstaat waar dergelijke regels niet bestaan, dan moeten partijen onderhandelen over het alsnog invoeren van medezeggenschap. Hoe dit in de praktijk zal uitwerken, is vooralsnog de vraag. Een nog grotere vraag is of veel gebruik gemaakt zal worden van de Europese juridische fusie. Favorieten zijn nog altijd de aandelenfusie en de bedrijfsfusie.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.