Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Zodra de Eerste Kamer in heeft gestemd met het wetvoorstel, zal de “Crisis en herstel-wet” naar verwachting op zeer korte termijn in werking treden. Met deze wet zal voor met name genoemde grote projecten en voor projectuitvoeringsbesluiten (zie ook onze bijdrage van 30 november 2009) een vereenvoudigde in procedure werking treden.
Deze vereenvoudigde procedure verloopt op hoofdlijnen als volgt.
Alvorens deze besluiten genomen worden, legt het bestuursorgaan een ontwerp van het besluit ter inzage. Belanghebbenden kunnen naar aanleiding hiervan een zienswijze indienen. Beroep kan worden ingesteld binnen 6 weken bij de Afdeling bestuursrecht-spraak van de Raad van State als enige en laatste instantie. Alle gronden van beroep dienen binnen de beroepstermijn van 6 weken te zijn ingediend.
Voor de ontvankelijkheid van het beroep geldt de relativiteitseis: de rechter vernietigt een besluit niet op de grond dat het in strijd is met het recht, indien deze regel niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept. Dit wijkt af van de algemeen geldende regeling dat als een belanghebbende eenmaal “binnen” is, alle beroepsgronden aanleiding kunnen zijn voor vernietiging, los van de belangen van de belanghebbende zelf. Dit zal waarschijnlijk leiden tot discussies over de vraag tot be-scherming van welke belangen de betreffende regelgeving eigenlijk is bedoeld. In de literatuur is er al een tijd een discussie gaande over de wenselijkheid van relativiteitseis. Met de Crisis- en herstelwet zullen we hier in de praktijk kennis mee maken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State moet binnen zes weken na het verstrijken van de beroepstermijn uitspraak moet doen. Er is er geen sanctie gesteld op deze termijn. Een tegen een projectuitvoeringsbesluit ingesteld beroep heeft schorsende werking totdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak heeft gedaan.
Initiatiefnemers van een project dat valt binnen het bereik van de nieuwe wet (bijvoor-beeld de nieuwbouw van 30 woningen) kunnen straks kiezen om een aanvraag te doen voor de snelle procedure van het projectuitvoeringsbesluit volgens de Crisis- en herstel-wet. Zo’n projectuitvoeringsbesluit ziet op alle benodigde ontheffingen en vergunningen of reguliere procedures. Het indienen van afzonderlijke aanvragen voor elke vergunning (bijvoorbeeld een bouwvergunning, kapvergunning en sloopvergunning) is dan niet meer nodig.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.