icon

Inbreuk privacy art. 5:50 BW: rechtstreeks of zijdelings uitzicht

In artikel 5:50 lid 1 BW is het volgende bepaald: “Tenzij de eigenaar van het naburige erf daartoe toestemming heeft gegeven, is het niet geoorloofd om binnen twee meter van de grenslijn van dit erf vensters of andere muuropeningen, dan wel balkons of soortgelijke werken te hebben voor zover deze op dit erf uitzicht geven.”

Het gerechtshof Amsterdam heeft in een recent arrest enige duidelijkheid gegeven over hoe hierbij gemeten moet worden.

Het ging in deze zaak om nog te bouwen appartementen met balkons en vensters, die in strijd met artikel 5:50 BW binnen twee meter van de erfgrens zouden zijn gelegen. Het hof stelde echter vast dat de voorzieningenrechter (in eerste aanleg) dit artikel verkeerd heeft toegepast. Deze had namelijk geoordeeld dat alle in de te bouwen appartementen ramen, deuren en balkonnen waren gelegen binnen twee meter van de erfgrens en uitzicht gaven op het erf van het buurperceel. Het hof oordeelde dat de voorzieningenrechter ten onrechte geen onderscheid heeft gemaakt tussen ramen, deuren, en balkons die recht naar voren uitzicht geven op het naburige erf en ramen, deuren en balkonnen die zijdelings uitzicht geven op het naburige erf.

In artikel 5:50 lid 3 BW is namelijk opgenomen dat de afstand van twee meter wordt gemeten rechthoekig uit de buitenkant van de muur daar waar de opening is gemaakt, of uit de buitenste muur naar het naburige erf gekeerde rand van het vooruitspringende werk tot aan de grenslijn van het erf of de muur.


Paulien Beunk is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vastgoed.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Inbreuk privacy art. 5:50 BW: rechtstreeks of zijdelings uitzicht

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief