Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Het leggen van beslag voordat de rechter over de vordering waarvoor het beslag wordt gelegd, een oordeel heeft gegeven (conservatoir beslag), brengt een zeker risico met zich. Als de vordering uiteindelijk wordt afgewezen, is het beslag in beginsel onrechtmatig geweest en is de beslaglegger verplicht de beslagene de schade als gevolg van dat beslag te vergoeden.
In een arrest dat de Hoge Raad vorige week wees, ging het om een conservatoir derdenbeslag: beslaglegger A had beslag gelegd op vorderingen die zijn wederpartijen B en C hadden op derden. Vervolgens was A een bodemprocedure begonnen. Tegen B werd de vordering toegewezen; tegen C werd de vordering afgewezen. C begon vervolgens een nieuwe procedure tegen A en stelde schade te hebben geleden als gevolg van het door A gelegde conservatoire beslag èn doordat A ontoelaatbare mededelingen zou hebben gedaan betreffende het conflict tussen partijen, waardoor de goede naam, de zakelijke reputatie en de kredietwaardigheid van C (ernstig) zouden zijn aangetast.
Zowel de rechtbank als het hof vonden niet aannemelijk dat het beslag op zichzelf schade had toegebracht aan C. Bleven dus over de gestelde ontoelaatbare mededelingen.
Wanneer een conservatoir derdenbeslag wordt gelegd, krijgt de derde (in dit geval de debiteur(en) van C) inzage in onder andere de dagvaarding in de procedure tussen A en C. Toen rechtbank en hof het aspect van de “ontoelaatbare mededelingen” beoordeelden, keken zij ook naar de vraag of het feit dat de debiteuren van C waren geconfronteerd met de (naar later was gebleken onjuiste) stellingen van A in de dagvaarding, op zichzelf onrechtmatig is. Dat vond het hof niet en de Hoge Raad was het daarmee eens.
Het enkel aan anderen kenbaar maken dat men de intentie heeft een procedure tegen iemand te beginnen, is onvoloende om aan te nemen dat iemand goede naam daarmee wordt aangeast.
Peter Bos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.