Praktijkgebieden: Zorg
Op grond van artikel 220e van de Gemeentewet zijn gedeelten van een onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen of in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden vrijgesteld voor het gebruikersgedeelte van de OZB. Door een beroep op deze bepaling kan dus OZB worden bespaard. Geldt dit ook voor verpleeg- en verzorgingstehuizen?
Ja, dat kan. Dit volgt uit een arrest van de Hoge Raad van 16 november 2007. In dit arrest oordeelt de Hoge Raad dat ook een verpleeg- of verzorgingshuis met primair een verzorgingsfunctie, deels kan dienen tot woning en dus vrijgesteld kan zijn voor het gebruikersgedeelte van de OZB.
Dit arrest blijkt echter voor de praktijk nog te weinig aanknopingspunten te geven gelet op het aantal rechtszaken van de afgelopen jaren waarin deze vraag toch weer aan de orde is gesteld.
In een aantal uitspraken is geoordeeld dat verpleeghuizen voornamelijk een verpleegfunctie hebben en dus niet op grond van artikel 220e van de Gemeentewet zijn vrijgesteld. Zie bijvoorbeeld uitspraken van de rechtbank Zutphen (10 juni 2009) en de rechtbank Utrecht (7 december 2009 en 9 december 2009). In een uitspraak van de rechtbank Zwolle (16 oktober 2009) en een arrest van het gerechtshof Leeuwarden (18 juni 2009) is het kwartje de andere kant op gevallen en is wel aangenomen dat het gebruik dienstbaar is aan de woonfunctie.
De rechtspraak is vrij casuïstisch en een duidelijke lijn is niet te trekken. Wel lijken (delen van) verzorgingshuizen waarin bewoners bijvoorbeeld beschikken over een afsluitbare ruimte, hun eigen kamer mogen inrichten, hier bezoek mogen ontvangen en die bijvoorbeeld over een 'huiselijk' ingerichte gezamenlijke woonkamer beschikken eerder als ‘dienstbaar aan de woondoeleinden’ te kunnen worden aangemerkt. Indien u een (ongunstige) heffingsaanslag hebt ontvangen, verdient het aanbeveling deze hierop te controleren en zo nodig tijdig bezwaar tegen in te dienen. Uiteraard zijn wij u hierbij graag van dienst.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.