Praktijkgebieden: Omgevingsrecht
De Amsterdamse discotheek Panama was recentelijk in het nieuws wegens een faillissement en vervolgens een doorstart. Omwonenden procederen al jaren tegen de club wegens overlast.
Op 11 april jl. heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een tussenuitspraak gedaan in de beroepsprocedure van buurtbewoners tegen het bestemmingplan ‘oostelijke handelskade 4', waarin Panama wordt toegestaan. De gronden van het beroep zijn onder andere dat de stadsdeelraad ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de overlast die wordt veroorzaakt in de openbare ruimte, zoals door verkeer en luidruchtige bezoekers, dat onvoldoende onderzoek is verricht naar een alternatieve locatie voor de club en dat er geen goed woon- en leefklimaat in de omgeving kan worden gegarandeerd wegens geluidhinder door de muziek.
De Afdeling wijst vrijwel alle aangevoerde gronden af en laat het bestemmingsplan in stand. De stadsdeelraad heeft de overlast voldoende bij zijn belangenafweging betrokken en heeft beleidsvrijheid bij het bepalen van de locatie. Wel acht de Afdeling het plan onvolledig over geluidhinder. Artikel 2.17 van het ‘Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer' (Barim) bevat relevante geluidnormen. Uit onderzoek blijkt dat de discotheek hieraan kan voldoen na het treffen van geluidwerende voorzieningen. Bezwaren tegen de juistheid van dit onderzoek en de stelling dat deze voorzieningen onuitvoerbaar zijn, zijn ongegrond verklaard. Artikel 2.20 van het Barim biedt echter de mogelijkheid voor de stadsdeelraad om afwijkende hogere geluidnormen vast te stellen. Voor de noodlijdende Panama zou dit positief zijn, aangezien zij dan kan besparen op de zeer dure geluidwerende voorzieningen. Aangezien het stadsdeel noch heeft uitgesloten artikel 2.20 toe te passen, noch heeft gemotiveerd dat ook bij toepassing daarvan een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gewaarborgd, bevat het bestemmingsplan een motiveringsgebrek, aldus de Afdeling. De stadsdeelraad is in de gelegenheid gesteld dit gebrek binnen 24 weken te herstellen.
Op de website van Stadsdeel Oost meldt verantwoordelijk wethouder Jeroen van Spijk: ‘Ik wil onderzoeken of verhoging mogelijk is. Indien dit niet het geval is, moet Panama het doen met de huidige geluidsnorm.'
Pjotr Lanting is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.