icon

Veroordeeld voor moord door Google

Zoals u wellicht gelezen heeft, gaat het College Bescherming Persoonsgegevens, tezamen met vijf andere Europese privacy-waakhonden, een onderzoek instellen naar het privacybeleid van Google. Het koppelen van zoekgegevens van Google zelf met G-mail, YouTube en social netwerk Google+ zou te gemakkelijk persoonlijke profielen van gebruikers genereren. Dat zou in strijd zijn met de EU Privacy Richtlijn, zoals deze in de diverse EU-lidstaten is geïmplementeerd (in Nederland in de WBP). Nu maken de meeste lezers van ons weblog zich niet zo druk om privacy-kwesties (net als de gemiddelde Nederlander). “Ik heb toch niks te verbergen?” is de veel gehoorde reactie.

Dat is dan maar goed ook. Want als u wél iets te verbergen zou hebben, laten we zeggen… uhm… nou, bijvoorbeeld de moord op uw echtgeno(o)te, om maar iets te noemen, dan zou uw zoekgedrag op Google u lelijk in de weg kunnen staan. Ik las deze week een interessant artikel op de website van Computerworld, waarin Andreas Udo de Haas een viertal moordzaken uit de afgelopen jaren beschrijft. In al deze gevallen leverde het computer-zoekgedrag van de verdachte in de periode vóór het misdrijf belangrijk bewijs voor een veroordeling wegens moord in plaats van doodslag. En dat scheelt toch gauw een jaar of acht in de strafmaat.

Zoals u weet is het verschil tussen doodslag en moord gelegen in het antwoord op de vraag of de verdachte “met voorbedachten rade”, ofwel “na kalm beraad en rustig overleg” in plaats van in een opwelling, heeft gehandeld. Het feit dat de verdachte in de periode vóór het misdrijf op Google heeft gezocht op termen als “Walther PPK” en “kogel door het hoofd”, dan wel “hoe te verstikken” en ” vingerafdruk op laken” kan in dat verband veelzeggend zijn. Zeker als het slachtoffer inderdaad in het hoofd is geschoten of met beddegoed is verstikt. De verdachte was kennelijk al bezig zijn toekomstige daad en de mogelijke consequenties daarvan te overdenken.

Het OM haalt de zoekgegevens uit de logfiles op de computer. Wissen helpt niet. Het forensisch laboratorium is in staat om uit de verste uithoeken van een computer nog zoekgegevens terug te toveren. En mag dat ook, bij een voldoende redelijk vermoeden. Het gaat hier om sporenonderzoek dat in wezen niet verschilt van dat op de plaats van het misdrijf.

Maar OK, u loopt natuurlijk niet rond met (serieus bedoelde) moordplannen. Dat louter een logfile van uw zoekopdrachten op internet dan al een heleboel over u kan vertellen leert concreet geval waarnaar De Haas in het artikel in Computerworld verwijst en dat ik nog niet kende. Het betreft de zoekgeschiedenis van America Online abonnee 711391, één van de 650.000 AOL-abonnees van wie in 2006 door een fout van de provider de zoekgegevens openbaar beschikbaar kwamen. Het leverde genoeg materiaal voor twee Nederlandse filmmakers om de korte film I love Alaska te maken.

En dan hebben we het dus nog alleen over zoekgegevens. De identiteit van de betrokkende is daarmee nog niet bekend. Voeg echter G-mail en Google+ gegevens aan het plaatje toe, zoals Google vorig jaar mogelijk heeft gemaakt, en die identiteit is niet ver weg meer.

Toch goed dat het CBP daar eens naar gaat kijken. Of maakt u zich nog steeds geen zorgen?

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Veroordeeld voor moord door Google

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief