Praktijkgebieden: Omgevingsrecht
Vanaf 1 januari 2024 zijn asbestdaken in Nederland verboden. Al in maart 2015 stuurde de toenmalige staatsecretaris van infrastructuur en milieu, Wilma Mansveld, een ontwerpbesluit hierover naar de Tweede Kamer. Op advies van de Raad van State gaat Staatsecretaris Dijksma het verbod nu verankeren in de Wet Milieubeheer.
In het Asbestverwijderingsbesluit 2015 komt er een algeheel verbod op asbesthoudende toepassingen in daken die in contact staan met de buitenlucht (bijvoorbeeld golfplaten of dakleien die asbest bevatten) en door verwering zorgen voor verspreiding van asbestvezels naar de leefomgeving. Het verbod gaat dus niet gelden voor asbesthoudend materialen aan de binnenkant van gebouwen, zoals asbesthoudende isolatie en asbesthoudend dakbeschot dat onder de dakbedekking zit.
Dit algehele verbod op asbestdaken is bedoeld om verdere gezondheidsproblemen door asbest te voorkomen. In 2024 is het 30 jaar geleden dat bouwbedrijven geen asbest meer mochten gebruiken. De overheid is van mening dat op dat punt alle daken zodanig verweerd zijn dat zij altijd een gevaar opleveren voor de omgeving.
Een dergelijk algeheel verbod geldt nu nog niet. Asbestdaken (bestaand) zijn toegestaan, mits deze geen gevaar vormen voor de gezondheid of veiligheid. Indien een asbestdak in een dusdanige slechte of verwaarloosd toestand verkeert dat de staat van het gebouw gevaar oplevert voor de gezondheid, dan heeft de eigenaar op grond van de Woningwet de plicht er voor zorg te dragen dat dit gevaar wordt weggenomen.
Voor de verwijdering van asbestdaken geldt tot december 2019 de Subsidieregeling verwijderen asbestdaken. De regeling is voor particulieren, bedrijven, non-profit organisaties en overheden die per vierkante meter verwijderd asbest € 4,50 aan kunnen vragen. Dit is echter ongeveer een derde van de daadwerkelijke kosten die gemoeid zijn met het verwijderen van asbest. De totale maatschappelijke kosten voor het verwijderen van de 130 vierkante kilometer asbesthoudende daken in Nederland wordt geschat op € 882 miljoen, nu ook de niet afgeschreven daken vervangen moeten worden.
Verschillende deskundigen vinden overigens dat de overheid onnodig paniek creëert, zo blijkt uit het pamflet ‘Laten we eindelijk normaal doen over asbest’. Hoeveel schade de verweerde asbestdaken veroorzaken, zou namelijk helemaal niet wetenschappelijk zijn vastgesteld en deskundigen menen dat zij de verhouding tussen de kosten en baten van grootschalige asbestsanering scheef vinden.
Hoe dan ook: het wetsvoorstel wordt begin 2017 verwacht, waarna het de bedoeling is dat het verbod op 1 juli 2017 in werking treedt.
Claudia Koenen en Marjet Bezooijen
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.