Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Vanaf 1 maart 2020 moeten Europese bedrijven melding maken van het inzetten van werknemers in Nederland. Deze verplichting volgt uit de Europese detacheringsrichtlijn die uiterlijk 30 juli 2020 in alle lidstaten moet zijn geïmplementeerd.
De melding moet voor aanvang van de werkzaamheden zijn gedaan, op straffe van een boete van € 12.000,- per overtreding. Het Nederlandse bedrijf dat de werknemer inleent, heeft een controleplicht. Binnen vijf dagen na aanvang van de werkzaamheden moeten eventuele fouten in of het ontbreken van de melding worden gemeld. Voldoet het Nederlandse bedrijf niet aan deze controleplicht dan riskeert het eveneens een boete.
Deze meldplicht is ingevoerd met het doel de Belastingdienst en Inspectie SWZ (voormalig de arbeidsinspectie) meer inzicht te geven in het aantal gedetacheerde werknemers in Nederland, zodat een betere handhaving mogelijk is. Voor gedetacheerde werknemers moet namelijk een gelijk(waardig) loon worden betaald en gelden regels met betrekking tot minimumaantal betaalde vakantiedagen, gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk, voldoende rusttijden en gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Deze regels worden met name in bepaalde sectoren met voeten getreden.
De meldplicht is van toepassing op ‘transnationale dienstverrichting’ door bedrijven uit Europese lidstaten (en Noorwegen, Liechtenstein en IJsland) en geldt daarmee voor:
Het is niet van toepassing op zeevarend personeel van koopvaardijondernemingen
De meldplicht geldt ook voor zelfstandigen uit een andere lidstaat die diensten verrichten in Nederland.
Vanaf 1 februari 2020 zou men moeten kunnen melden. Het loket is momenteel nog niet online.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.