icon

Eerste arrest van het hof naar aanleiding van Didam-arrest

Wij schreven eerder over het Didam-arrest en dat de Hoge Raad meegaat in de transparantietrend. Hoge Raad oordeelde kort gezegd geoordeeld dat uit het gelijkheidsbeginsel voortvloeit, dat een overheidslichaam dat het voornemen heeft een onroerende zaak te verkopen, ruimte moet bieden aan (potentiële) gegadigden om mee te dingen naar deze onroerende zaak indien er meerdere gegadigden zijn voor de aankoop van de desbetreffende onroerende zaak of redelijkerwijs te verwachten is dat er meerdere gegadigden zullen zijn. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het Hof Den Bosch. Op het moment dat de Hoge Raad uitspraak deed in het kort geding was ook al een bodemprocedure aanhangig. Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft daarin op 4 april 2023 uitspraak gedaan. Dit is de eerste keer dat een hof de regels uit het Didam-arrest toepast.

Casus

De Gemeente Montferland heeft in 2019 de voormalige gemeentehuislocatie verkocht aan Groenstaete. Deze locatie maakt onderdeel uit van een groter projectgebied, waarbij op de oude gemeentehuislocatie een Coop zou komen en op de locatie waar de Coop nu is een Aldi. Didam Have, de exploitant van de lokale Albert Heijn, had ook interesse in een locatie in het projectgebied. Nadat Didam Have geen positieve reactie had ontvangen, heeft zij een kort geding aangespannen en gevorderd dat de gemeente de gemeentehuislocatie alleen mag verkopen in een procedure, waarin (potentiële) gegadigden zijn uitgenodigd mee te dingen naar de locatie. De Hoge Raad heeft Didam Have daarin gelijk gegeven en de zaak verwezen naar het Hof Den Bosch.

Arrest Hof Arnhem-Leeuwarden

Het Hof Arnhem-Leeuwarden past als eerste hof het Didam-arrest toe en komt tot de volgende conclusies. Het hof oordeelt dat de gemeente ten onrechte geen ruimte voor mededingen heeft geboden bij de verkoop van de gemeentehuislocatie. Bovendien heeft de gemeente geen passende mate van openbaarheid gegeven, waardoor partijen niet zijn geïnformeerd over de voorgenomen verkoop.

De gemeente en Groenstaete hebben aangevoerd dat het Didam-arrest in het algemeen wordt gezien als een verrassende afwijking van de daarvoor geldende rechtsopvattingen en als een forse afwijking van de tot dat moment bestaande gebruiken bij projectontwikkeling. Dat verweer wordt verworpen. Didam Have heeft de gemeente gesommeerd de koopovereenkomst niet te sluiten, met argumenten die aansluiten bij de regels uit het Didam-arrest, voorafgaand aan de ondertekening van de koopovereenkomst met Groenstaete. De gemeente had er rekening mee moeten houden dat de rechter haar ongelijk gaf. Het hof zoekt voor de sanctie van vernietiging aansluiting bij het aanbestedingsrecht. De gemeente en Groenstaete wordt verboden om uitvoering te geven aan de koopovereenkomst en tevens moet de koop- en samenwerkingsovereenkomst worden vernietigd.

De gemeente heeft onrechtmatig gehandeld volgens het hof, door een koopovereenkomst te sluiten in strijd met het gelijkheidsbeginsel. De gemeente moet de schade vergoeden aan Didam Have c.s. De omvang van deze schade wordt in een nadere procedure bepaald.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Eerste arrest van het hof naar aanleiding van Didam-arrest

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief