Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Minister Donner van Justitie heeft nu officieel de corporate governance code (oftewel de code Tabaksblat) aangewezen als heersende gedragscode voor beursgenoteerde ondernemingen.
Dit is bevestigd in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) van de minister, die op 1 januari 2005 in werking treedt. Verder heeft de structuurwet die op 1 oktober 2004 in werking trad, de wettelijke basis gegeven voor deze AMvB. In deze nieuwe wet staat (onder andere) dat een AMvB een gedragscode moet aanwijzen die gevolgd dient te worden bij het opstellen van jaarverslagen. Deze AMvB heeft de minister nu dus vastgesteld.
De verplichting om de code toe te passen, geldt voor jaarverslagen over boekjaren die zijn begonnen op of na 1 januari 2004. Dit betekent dat tijdens de jaarvergaderingen in het voorjaar 2005 door aandeelhouders met bestuur en raad van commissarissen kan worden gediscussieerd op basis van de code.Ondernemingen mogen ook afwijken van de bepalingen, mits zij in het jaarverslag uitleggen waarom (de zogenaamde “pas toe of leg uit-regel”).Overigens bevat de code niet alleen regels voor het opstellen van de jaarverslagen. Ook heeft de commissie Tabaksblat beginselen en bepalingen opgesteld over bijvoorbeeld de bezoldiging van bestuurders, de onafhankelijkheid van commissarissen, de informatieverschaffing aan aandeelhouders en de rol van de accountant. En verder is de code formeel wel beperkt tot beursgenoteerde vennootschappen, maar dit wil niet zeggen dat andere vennootschappen de code niet vrijwillig kunnen toepassen.
De gedragscode en de structuurwet maken deel uit van een pakket maatregelen die minister Donner wil nemen om het ondernemingsrecht in Nederland te moderniseren. Dit pakket werd al neergelegd in een nota, waarvan in een eerdere entry verslag werd gedaan. Deze nota wordt op 3 februari 2005 behandeld in de Tweede Kamer.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.